Mag ik geld
De ’Mag ik Geld methode’ is een simpele en flexibele methode die in alle gezinnen toepasbaar is. Deze methode is voor kinderen van 4 – 12 jaar en aan te passen aan elke leeftijd.
De aanleiding
December 2020, vlak voor de tweede corona lockdown
Nog net voor het sluiten van de winkels heb ik het geniale idee om samen met zoonlief van bijna zes naar het tuincentrum te gaan. Druilerige dag, andere zoon is spelen bij een vriendje en er lag een middag vol verveling op de loer. Op naar het tuincentrum dus, want daar is in december een mooie
kerstshow die mijn zoon ontzettend leuk vindt. Hij vraagt aan mij of de oliebollenkraam er ook zal staan.
Zeker, die staat er. Ik beloof hem lekker samen een oliebol te eten als hij zich in de winkel gedraagt (wat nogal een uitdaging is zo nu en dan).
Ja, je leest het goed; ik onderhandel soms in mijn opvoeding. Het zorgt ervoor dat ik heel af en toe krijg wat ik wil: gezellige, meewerkende kinderen. Echter,mijn kinderen zijn meesters in het niet halen van beloningen. Misschien dat dit jou ook bekend voorkomt.
Bij aankomst in het tuincentrum blijkt de kerstshow teruggebracht te zijn tot het minimale, wat ik uiteraard had moeten weten, want ‘ja mam, je weet toch… corona’. ‘Gelukkig’ vindt mijn zoon een nieuwe focus. De poppen uit de Notenkraker in alle vormen, maten en kleuren. Nog net niet met glitters en met led-lampjes erin. Ik ben geen fan. Het gaat ongeveer een kwart van de route goed, maar na het zoveelste notenkrakerfiguur gaat er kennelijk een knop om in zijn brein. Hij moet en zal zo’n pop hebben. Het is zijn nieuwe levensdoel. Zijn lievelingspop, hij heeft al jaren zo’n pop gewild. Wat is er gebeurd met die oliebol? En ik had van tevoren nog gezegd dat we niets gingen kopen.
Na tien minuten gezeur zie ik notenkrakers in een schappelijk formaat van blanco hout, met verf en een kwastje erbij. Oké, hij verdient eigenlijk niets, maar ik ben het gezeur zat en dit is nog educatief? Leuke activiteit voor in de vakantie, kunnen we samen doen.
Twee houten notenkrakerfiguren gaan in het wagentje. Niet dat mijn zoon dan tevreden is, want hij wil een grote voor op zijnkamer. En ‘waarom koop ik die niet gewoon voor hem, ik heb daar toch geld voor?’
Ik weet het, zeker nu ik het opschrijf: ik lijk wel gek! Toch toegeven aan een zeurend kind. Waarom? Zo lekker niet pedagogisch verantwoord. Eigenlijk zou ik alsnog die figuren terug moeten gooien in de mand. Maar wat maakt het dat ik het dan toch koop? Geen zin in een groter drama in de winkel? Verwennerij Vermoeidheid?
Wist ik het maar…
Eén puntje voor mama: die oliebol heeft hij niet gekregen.
Tijdens de korte autorit naar huis na dit tegenvallende moeder – zoon moment ben ik boos. Niet op mijn zoon, maar op mezelf. Hoe kan ik boos zijn op mijn zoon, als ik elke keer opnieuw deze situatie zelf creëer? Let’s face it: ik houd mij niet aan mijn eigen afspraken, dus ben ik totaal niet geloofwaardig. Ik geef uiteindelijk vrij gemakkelijk toe. Ik koop toch wat, terwijl er genoeg redenen zijn om het niet te doen.
Zo is dit idee ontstaan: om mijn kinderen te leren dat je geld maar één keer kunt uitgeven. Het is uitgegroeid tot een mooie methode waarmee je je kind op een speelse manier serieus met geld om leert gaan. Het besef van de echte waarde van geld staat centraal en je kind leert al snel met geld te rekenen en vooruit te plannen.
Kinderen zien de waarde van geld niet. Ze zien iets wat ze willen hebben. En hoewel ze het getal kunnen lezen, zegt dat getal hen niets. Ze kunnen het ook niet begrijpen. Ze verdienen nog geen eigen geld en zitten nog niet in het economische verkeer. Ook al leren we ze rekenen met geld, leggen we uit dat dingen geld kosten. Dat ouders moeten werken om dat geld te verdienen. Je kunt uitleggen dat een huis of auto duur is, en een klein boodschapje of speelgoedje goedkoop is. Dat verschil zullen ze vrij snel begrijpen.